Schildklierstimulerend hormoon (TSH) is een hormoon dat wordt uitgescheiden door adenohypofyse om de groei en functie van de schildklier te bevorderen. De veranderingen van TSH worden maanden of jaren voorafgaand aan de T4 en T3 opgemerkt, wat van grote waarde is voor de diagnose van schildklierdisfunctie en laesies.

TT3 is het belangrijkste hormoon dat schildklierhormoon aan verschillende doelorganen doet. De serum-TT3-concentratie weerspiegelt het vermogen van de schildklier om beter te functioneren dan de schildklier. TT3 is een belangrijke indicator van vroege hyperthyreoïdie en de monitoring van recidiverende hyperthyreoïdie en pseudo-thyrotoxicose.

TT4 is het belangrijkste product van schildkliersecretie en is een essentieel ingrediënt voor de integriteit van de hypothalamus-hypofyse. De TT4-metingen kunnen worden gebruikt voor de diagnose van hyperthyreoïdie, primair en secundair, en TT4-remming van de behandeling.

Thyroxine (T4) is het belangrijkste schildklierhormoon dat door de schildklier in de bloedbaan wordt uitgescheiden. Samen met triiodothyronine (T3) speelt het een vitale rol bij het reguleren van de stofwisseling van het lichaam, beïnvloedt het het cardiovasculaire systeem, de groei en het botmetabolisme en is het belangrijk voor de normale ontwikkeling van gonadale functies en het zenuwstelsel.

Thyroxine (T4) is het belangrijkste schildklierhormoon dat door de schildklier in de bloedbaan wordt uitgescheiden. Samen met triiodothyronine (T3) speelt het een vitale rol bij het reguleren van de stofwisseling van het lichaam, beïnvloedt het het cardiovasculaire systeem, de groei en het botmetabolisme en is het belangrijk voor de normale ontwikkeling van gonadale functies en het zenuwstelsel.